Sommige baby’s worden geboren met een bos haar op het hoofdje en anderen zijn juist helemaal kaal. Waar ligt dit verschil in haargroei aan? En verandert dit nog in de loop der jaren?

Lanugohaar en nesthaar

Je baby wordt altijd geboren met nesthaar. Dit is slap en pluizig haar wat al op het hoofdje groeit als je baby nog in je buik zit.
Al vanaf de 15^e week van je zwangerschap krijgt de baby donshaartjes over het hele lichaam, dit haar wordt lanugo haar genoemd en zorgt ervoor dat de baby warm blijft omdat het nog geen vetlaag heeft. Deze haren laten weer los voor de bevalling en maakt plaats voor nesthaar.
Nesthaar is dun, slap en pluizig. Doordat dit haar zo dun en slap is, breekt het ook sneller af. Vandaar dat de meeste baby’s kale ligplekken krijgen op het hoofdje.

Van nesthaar naar normaal haar

Binnen 10 maanden zal het nesthaar uit vallen en groeit er normaal haar voor terug. Dit haar is een stuk sterker en bevat ook meer pigment. Vaak merk je weinig van de overgang van nesthaar naar normaal haar omdat de overgang heel subtiel gaat en je baby niet eerst kaal hoeft te worden voor het normale haar kan groeien. Als er dus haartjes uitvallen hoef je je niet druk te maken dat je baby al zijn haren verliest. De kale ligplekken zullen ook minder worden, niet alleen omdat je baby zich ontwikkeld en vaker wakker en actief is, maar ook omdat het normale haar sterker is en dus minder snel af breekt.
Het normale haar heeft meer pigment dan de nestharen, dit betekend dat je nu goed kan zien welke haarkleur je baby heeft. Deze haarkleur zal vaak nog oplichten door de zon in de zomer en wat donkerder lijken in de winter, maar tot de pubertijd zal er niet veel meer aan veranderen.
Ook zal nu de structuur van het haar beter zichtbaar zijn. Heeft je baby krullen of toch de steile haren van een van de ouders? Ook dit zal rond de pubertijd nog veranderen door de hormonen.

Genetisch bepaald

Of je baby een volle haarbos krijgt of een paar sprietjes haar is genetisch bepaald. Net als de haarkleur, haardikte en de structuur van het haar. Soms kan het voorkomen dat het kindje bijvoorbeeld bruin haar heeft en de ouders beide blond zijn. Dit heeft te maken met de genen die de ouders van de ouders, dus opa en oma, hebben door gegeven en wat jullie daarvan weer doorgeven aan jullie kind. Daarom kan het soms zo zijn dat een kindje dezelfde haarkleur hebben als opa of oma en niet als die van zijn of haar eigen ouders. Een meer uitgebreide uitleg hierover vind je hier.

Fabel of feit?

Er gaan verhalen rond dat je baby geboren wordt met veel haar als je in de zwangerschap veel last heb gehad van brandend maagzuur. Er is een kans dat dit gebeurd omdat brandend maagzuur wordt veroorzaakt door teveel van het hormoon progesteron, dezelfde hormonen zorgen ook voor de haargroei. Door de zwangerschap maak je meer van deze hormonen aan, waardoor de moeder een dikkere haarbos kan krijgen. Het is nog niet bewezen dat progesteron  er ook voor zorgt dat het kindje een dikke bos met (nest)haar krijgt.
Ook is er een oude bewering dat je baby veel haar krijgt als je vaak jeuk hebt aan je buik tijdens de zwangerschap. Helaas is dit een fabel. Ruim 20% van de zwangere vrouwen hebben last van zwangerschapsjeuk, voornamelijk op de buik. De voornaamste redenen van deze jeuk is de groei van je buik en je borsten en door een te droge huid. Geen van deze oorzaken staan in verbinding met de baby, dus de bewering dat je een baby krijgt met veel haar omdat je buik jeukt, klopt niet.